Regeerakkoord en passend onderwijs

Jack Biskop

Directeur-bestuurder Passend Onderwijs (PO 30.02) en oud-lid Tweede Kamer (CDA)

 

Na vele maanden wachten en hard werken achter de schermen is eind oktober het regeerakkoord voor het nieuwe kabinet Rutte III tot stand gekomen en zijn alle ministers gepresenteerd. Voor veel beleidsterreinen zijn plannen en acties bekend gemaakt en ook op het gebied van het passend onderwijs en de samenhang met jeugdzorg. En voor het eerst in een lange tijd krijgt het primair en voortgezet onderwijs een minister met praktijkervaring: minister Arie Slob (ChristenUnie). In het onderstaande is een beknopte opsomming opgenomen van de plannen van het nieuwe kabinet die direct te maken hebben met passend onderwijs.

De onderwijsparagraaf van het regeerakkoord begint al meteen met klapper: maar liefst 170 miljoen wordt uitgetrokken voor de versterking van de vroeg- en voorschoolse educatie. Het geeft al meteen aan dat preventief werken veel aandacht gaat krijgen van dit kabinet. Met die 170 miljoen euro wil het kabinet een aanbod van 16 uur per week realiseren voor achterstandsleerlingen. Daarnaast schuwt het kabinet de innovatie niet. Om de overgang van basisschool naar voortgezet onderwijs geleidelijker te maken zijn er experimenten met de zogenaamde 10-14 scholen, waarin basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs met elkaar samenwerken. Deze vormen van samenwerking krijgen meer experimenteerruimte.

En voor iedereen die betrokken is bij passend onderwijs laat het regeerakkoord geen onduidelijkheid bestaan: ‘Het kabinet zet de ingezette systematiek van passend onderwijs voort’. Daarbij hebben de coalitiepartijen ook afgesproken dat er onafhankelijk toezicht dient te komen bij de samenwerkingsverbanden. En alle samenwerkingsverbanden krijgen een wettelijk verplichte doorzettingsmacht om het terugdringen van het aantal thuiszitters te versterken.

Om met name voor de leerlingen met ernstig meervoudige beperkingen (EMB) de combinatie van onderwijs en zorg t realiseren, gaat het kabinet bezien hoe de zorg in onderwijstijd voor die leerlingen in een beperkt aantal onderwijsinstellingen met complexere casuïstiek direct uit de middelen van zorg gefinancierd kan worden. In de zorgparagraaf wordt dat nog nader uitgewerkt. Het kabinet wil de combinatie van passend onderwijs en zorg vanuit verschillende financieringsbronnen eenduidig en eenvoudig gaan regelen. Daarbij wordt ook gekeken naar de betere inzet van cliëntondersteuners en onderwijszorgconsulenten. Ook voor de specialistische jeugdhulp zal meer regionaal moeten gaan samenwerken. Om de problemen rond de jeugd-GGZ op te lossen (vooral de wachtlijsten) wordt tijdelijk 54 miljoen euro beschikbaar gesteld. Daarnaast komt er deze kabinetsperiode 170 miljoen beschikbaar voor preventie en gezondheidsbevordering.

Om het onderwijs voor specifieke doelgroepen te versterken komt er 15 miljoen extra voor het onderwijsachterstandenbeleid én 15 miljoen extra voor onderwijs voor hoogbegaafde kinderen. Voor scholen die meer dan gemiddeld zorgleerlingen op de school hebben kan de inspectie bij de beoordeling van scholen hiermee meer rekening houden.

Als afsluiter kondigt dit kabinet aan dat er een wettelijke regeling komt voor thuisonderwijs, waarop toezicht wordt gehouden door een gespecialiseerd onderdeel van de Onderwijsinspectie.

Het kabinet wil een samenleving waarin iedereen mee kan doen ongeacht talenten of beperkingen. Er wordt ingezet op een meer inclusieve samenleving. Al met al is het regeerakkoord flink doorspekt met beleidsvoornemens op het gebied van het passend onderwijs. Minister Arie Slob kan aan de slag en iedereen, die onderwijs een warm hart toedraagt, zal zijn acties met belangstelling gaan volgen.

Crisis? Meer jongeren in maakberoepen!

 

maakberoep

Jack Biskop is ambassadeur Maakberoepen en is betrokken bij een groot aantal projecten die te maken hebben met het stimuleren van vakmanschap. (Dit artikel is eveneens te vinden op de website www.socialevraagstukken.nl)

Het lijkt wel of we in Nederland de crisis nauwelijks te boven kunnen komen. Kijken we naar landen om ons heen, dan zien we dat waar meer mensen in de maakindustrie aan het werk zijn het economisch tij al een tijdje geleden gekeerd is. Duitsland is een lichtend voorbeeld. Kennelijk redden wij het als Nederland niet als we ons blijven blind staren op onze kennis- en diensteneconomie. En het kabinet heeft dat eigenlijk ook wel door. Niet voor niets is de Sociaal Economische Raad (SER) gevraagd om een advies uit te brengen over een strategie die erop gericht is via de ontwikkeling en bevordering van vakmanschap bij te dragen aan een toekomstbestendige ambachtelijke economie. Met andere woorden: wat moet Nederland doen om de innovatieve kracht van maakberoepen te kunnen benutten.

Read More…

Nieuwe inspiratie voor ambachten en hun beoefenaars

Klompen maken

Albert van der Zeijden is beleidsmedewerker van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed

Op 24 mei j.l. kwamen 120 ambachtslieden bij elkaar in Utrecht op te praten over het doorgeven van hun ambacht, van kennis en vaardigheden, maar ook over productvernieuwing en het verbeteren van de verkoopmogelijkheden. Deze dag was een initiatief van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (VIE) en het Fonds voor Cultuurparticipatie onder leiding van oud-Tweede Kamerlid voor het CDA, Jack Biskop onder het motto ‘dingen maken met je handen en daar trots op zijn’.

Nederland herbergt een breed scala aan ambachten, nieuw en oud, traditioneel en modern. Tijdens de Ambachtendag waren de creatieve traditionele ambachten voor het eerst bijeen om gezamenlijke strategieën te bespreken en om de krachten te bundelen. Wereldwijd is sprake van een herwaardering van het ambacht. In een tijd van globalisering zijn mensen weer op zoek naar eerlijke, handgemaakte en herkenbare producten met een eigen stempel. Daarin schuilt de kracht van het ambacht. Het ambacht vertegenwoordigt iets eigens en staat tegelijkertijd voor zorg, aandacht en kwaliteit. Nederland zou hier internationaal mee kunnen scoren. Toch zijn de ambachtsmensen nauwelijks vertegenwoordigd in het publieke debat, het ontbreekt ze aan een gezamenlijke stem. Vaak gaat het om kleine bedrijfjes. Reden genoeg om het initiatief te nemen om gezamenlijk op te trekken. In Utrecht werd, naar Engels voorbeeld, besloten tot de oprichting van een Crafts Council speciaal voor Nederland. Niet alleen kunnen de ambachtsmensen dan krachtiger hun stem laten horen. Ze kunnen ook gezamenlijk initiatieven ontplooien ter versterking van het eigen ambacht.

Read More…

Onderwijsbeleid: structuur, strategie en cultuur (of andersom?)

 

TK

Jack Biskop was van 2006 tot en met 2012 onderwijswoordvoerder van de CDA-fractie in de Tweede Kamer

Soms is het net een kip of ei discussie als het gaat om vernieuwingen, beleidsontwikkelingen of domweg veranderingen in het onderwijs. Veranderen we een onderwijsstructuur in de hoop dat de manier van werken (de cultuur) op scholen zal veranderen, of verwachten we dat als scholen eenmaal op een andere manier zijn gaan werken een doorleefde structuurverandering vanzelf zal gaan. In dit artikel wordt een korte beschouwing gegeven van een aantal onderwijsvernieuwingen van de afgelopen jaren en wat de effecten op de werkvloer zijn geweest in het licht van de alom gewenste verbetering van de onderwijskwaliteit en een doorgaande leerlijn.

40 jaar onderwijsbeleid en verder

In de afgelopen 40 jaar zijn een tiental onderwijsministers aan de slag geweest. De huidige Minister Bussemaker sluit als onderwijsminister de rij. Van al die ministers zijn teksten terug te vinden die gaan over de verbetering van de kwaliteit van onderwijs. Maar veelal ging het om ingrepen in de structuur van het onderwijs. Kwam minister Cals met de Mammoetwet, die MAVO, HAVO, VWO creëerde, minister Jos van Kemenade lanceerde het idee van de middenschool en onder Deetman ging de basisschool van start. Minister Ritzen maakte zich sterk voor de basisvorming en minister Hermans legde de bekwaamheidseisen voor leraren vast in de wet Beroepen in het onderwijs (BIO). Minister van der Hoeven wilde de onderwijskwaliteit verbeteren door meer financiële speelruimte te creëren voor scholen. En onder minister Plasterk zijn bachelor en master in het universitaire model verankerd. Minister van Bijsterveldt stelde voor de verschillende onderwijsvormen de referentieniveaus taal en rekenen vast. En nu? Nu ligt de bal bij minister Bussemaker om de zorg om kwaliteit op een andere manier vorm te geven dan louter via een structuuraanpak.

Read More…

Dyslexie en wat we kunnen leren van Finland

Dyslexie2

Jack Biskop, onderwijsondernemer en voormalig onderwijswoordvoerder CDA Tweede Kamer

Wie van het bereiken van een toppositie op een ranglijst een doel maakt, zal snel bedrogen uitkomen, zegt Sahlberg. Pasi Sahlberg schreef zijn boek dan ook niet voor beleidsmakers die naar de top van een ranglijst willen, maar hij schreef het voor diegenen die geïnteresseerd zijn in de weg die Finland is gegaan. Ieder ander land zal zijn eigen weg moeten gaan. Ervaringen uit Finland kunnen daarbij helpen.

Het meest kenmerkende in de onderwijshervorming in Finland is de versterking van de positie van de leraar en de ontwikkeling van een 9 jarige gemeenschappelijk schoolvorm (de nieuwe gemeenschappelijke scholengemeenschap) van 7 tot 16 jaar. Het leidt o.a. tot een daling van het aantal voortijdig schoolverlaters en een algemene verhoging van het niveau waarop jongeren afstuderen. ‘Minder onderwijs, meer leren’ is een van de Finse motto’s. Finse kinderen hebben een korte schooldag (tot ongeveer 1 uur ’s middags), maar er zijn volop naschoolse activiteiten die hun algemene kennis en groei stimuleren. Het geeft leraren bovendien de gelegenheid om meer tijd te spenderen aan het ontwikkelen van hun onderwijs, samen te werken en voor probleemgevallen alternatieven te maken. Verder wordt er weinig getoetst. Want, aldus Sahlberg, van toetsen worden kinderen niet beter. Toets minder, leer meer. De nadruk ligt minder op het toetsen en meer op de professionalisering van de leraren.

Read More…

‘Holland’s got talent’ voor vakmanschap

Shoe_workshop_iron_238229_l

Door: Jack Biskop, ondernemer en voormalig lid Tweede Kamer (CDA)

Bij veel schoenherstellers in het land hangt een bordje ‘Personeel gevraagd’. Meer mensen laten hun schoenen repareren en er is een tekort aan goed opgeleide jongeren. Hetzelfde geldt voor pianostemmers en binnen een paar jaar voor maar liefst 170.000 technici die we tekort gaan komen in ons land. Je zou bijna denken dat er nauwelijks meer vakmensen worden opgeleid, terwijl het beroepsonderwijs bevolkt wordt door 500.000 studenten en de jeugdwerkeloosheid opkruipt naar de 13%. En nieuw is het probleem ook niet, want deze verhalen, met soms wisselende beroepsgroepen, kennen we al jaren. Wordt er dan niets aan gedaan?

Om de aanwas van jonge mensen in technische studies en beroepen te stimuleren zijn er al jarenlang programma’s en projecten zoals Bèta en Techniek, SOS Vakmanschap, de Techno-MAVO, TechniekTalent.nu, de Week van het Ambacht en nog veel meer. Minister Kamp heeft onlangs een TechniekPact aangekondigd om de schaarste aan technisch personeel aan te pakken samen met sociale partners en het onderwijs. Echt succesvol is de aanpak de laatste jaren niet geweest. Jongeren kiezen liever HAVO of VWO dan een beroepsgerichte opleiding. Liever iets administratiefs dan iets ambachtelijks. Juist op dit moment, nu er in zoveel gezinnen wordt nagedacht over school- en beroepskeuze, is het goed om stil te staan bij wat het onderliggende probleem is en wat er écht aan gedaan kan en moet worden.

Read More…

Minder onderwijzen, meer leren

flag_of_finland

24 januari 2013 – De ‘Finse Lessen’ van Pasi Sahlberg zijn er nu ook voor Nederlanders. ” Van toetsen worden kinderen niet beter. Toets minder, leer meer”. Oud-onderwijswoordvoerder Jack Biskop keek mee met Sahlberg en zegt: “Het knappe is dat hij weggebleven is van een receptenboek, waarvan er al zoveel zijn”.
Afgelopen week presenteerde Pasi Sahlberg, de algemeen directeur van CIMO (Centre for International Mobility and Cooperation), de Nederlandse vertaling van zijn boek ‘Finnish Lessons’. Jack Biskop geeft in zijn recensie de punten weer die hem ook voor ons land relevant en inspirerend overkomen.

Niet krampachtig nabootsen

“Sahlberg is een begenadigd verteller. Niet alleen in zijn geschreven teksten, maar ook in zijn presentaties. Met een goed gevoel voor humor en enige zelfspot legt hij geduldig uit hoe hij tot het schrijven van zijn boek kwam, hoe hij het amper uitgegeven kreeg en dat het nu al in zeven talen vertaald is.

Read More…