Klompen maken

Albert van der Zeijden is beleidsmedewerker van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed

Op 24 mei j.l. kwamen 120 ambachtslieden bij elkaar in Utrecht op te praten over het doorgeven van hun ambacht, van kennis en vaardigheden, maar ook over productvernieuwing en het verbeteren van de verkoopmogelijkheden. Deze dag was een initiatief van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (VIE) en het Fonds voor Cultuurparticipatie onder leiding van oud-Tweede Kamerlid voor het CDA, Jack Biskop onder het motto ‘dingen maken met je handen en daar trots op zijn’.

Nederland herbergt een breed scala aan ambachten, nieuw en oud, traditioneel en modern. Tijdens de Ambachtendag waren de creatieve traditionele ambachten voor het eerst bijeen om gezamenlijke strategieën te bespreken en om de krachten te bundelen. Wereldwijd is sprake van een herwaardering van het ambacht. In een tijd van globalisering zijn mensen weer op zoek naar eerlijke, handgemaakte en herkenbare producten met een eigen stempel. Daarin schuilt de kracht van het ambacht. Het ambacht vertegenwoordigt iets eigens en staat tegelijkertijd voor zorg, aandacht en kwaliteit. Nederland zou hier internationaal mee kunnen scoren. Toch zijn de ambachtsmensen nauwelijks vertegenwoordigd in het publieke debat, het ontbreekt ze aan een gezamenlijke stem. Vaak gaat het om kleine bedrijfjes. Reden genoeg om het initiatief te nemen om gezamenlijk op te trekken. In Utrecht werd, naar Engels voorbeeld, besloten tot de oprichting van een Crafts Council speciaal voor Nederland. Niet alleen kunnen de ambachtsmensen dan krachtiger hun stem laten horen. Ze kunnen ook gezamenlijk initiatieven ontplooien ter versterking van het eigen ambacht.

Uit de voorlopige resultaten van een in Utrecht gepresenteerd onderzoek bleek dat 42 % van de ambachtslieden al druk bezig is met vernieuwing. In sommige gevallen werken ze daarbij samen met anderen, bijvoorbeeld met kunstenaars en designers. Ook de nieuwe marketing technieken worden verkend, met het internet voorop. Het traditionele ambacht laat zich heel goed verkopen met nieuwe middelen. De kracht van de ambachtsman ligt in zijn kunde. Maar ook in de rijke traditie waarop hij voortborduurt. Om dit nog beter voor het voetlicht te brengen werd gesproken over de oprichting van een expertisecentrum waarop ambachtsmensen kunnen terugvallen en ook inspiratie aan kunnen ontlenen.

In de herwaardering van het ambacht speelt UNESCO een belangrijke rol. Nederland ratificeerde vorig jaar de UNESCO conventie van het Immaterieel Erfgoed. Het ambacht is één van de vijf domeinen die door de UNESCO conventie wordt bestreken. In het leven geroepen is inmiddels een Nationale Inventaris van het Immaterieel Erfgoed in Nederland. Enkele ambachten zijn inmiddels op deze inventaris geplaatst en daarmee erkent als immaterieel erfgoed: het Fries houtsnijwerk, het ambachtelijk klompenmaken, het Hindelooper schilderwerk en het Molenaarsambacht. Papierknipkunst, graffiti en henna gaan mogelijk binnenkort volgen.

De bedoeling van de UNESCO conventie is het levensvatbaar houden van het immaterieel erfgoed. Dit kan alleen als het immaterieel erfgoed steeds opnieuw van betekenis wordt gemaakt voor nieuwe generaties. Zoals het op één van de stellingen tijdens de dag werd geformuleerd: ‘Je laten inspireren door de geschiedenis impliceert geen terugkeer naar het verleden. Leer van de geschiedenis maar richt je op de toekomst.’